maandag 31 mei 2021

Luisteravond 111 ~ April 2021

The Caretaker
opende mijn balzaal, dat nog steeds een namiddag buitengebeuren is...
We schrijven december 2016, bij The Caretaker wordt dementie vastgesteld, dit proces naar de vergetelheid beschrijft James Leyland Kirby in zijn magnus opus Everywhere at the End of Time, een zesdelige albumreeks dat werd uitgebracht tussen 2016 en 2019. 
Kirby bracht de albums uit over een periode van drie jaar en ze beschrijven de stoornis, emoties en hun herinnering aan dingen van de patiënt. 
Van de eerste tekenen van verwarring tot de totale leegte.
Everywhere at the End of Time is zoals het bladeren in oude fotoalbums van overleden voor(ouders) waarbij bij de vergeelde foto's flarden van herinneringen doen terug komen, hoe verder je het album doorbladerd hoe vager de herinneringen, het geheugen dat op drift slaat, niet weten dat je vergeet...
Yannick Verhasselt over deel 4 in Indiestyle:
 
"Anderhalf jaar later lezen we uit The Caretakers passages van Stage 4 complete desoriëntatie. 
Er is bijna geen muziek meer te herkennen. 
De herinnering van een herinnering is slechts een vaag begrip meer. 
Tijd en plaats zijn een volkomen abstract gegeven geworden en het isolement wint aan kracht. 
Niets klinkt nog bekend in de oren en familieleden worden mensen en daarna slechts nog schimmen. 
Kirby vertaalt dit isolement als een alleen camera aan lopend verhaal dat door de manier waarop hij de drones op je loslaat staat."
 
Zijn volledige recensie is hier te lezen.
Na deze uiteenzetting wil je zeker 6.5 uur vertoeven in het warrige brein van The Caretaker...de hele trip staat op Bandcamp:
 
James Leyland Kirby
is een Europese experimentele ambient / elektronische muzikant. 
Groeide op in Engeland en draaide in de jaren negentig op Duitse raves. Uiteindelijk begon hij in de jaren negentig muziek te maken onder de alias V / VM, waarbij hij thema's van psychische aandoeningen verkende via zijn verschillende albums. 
Hij is vooral bekend van het Caretaker project, dat dementie onderzoekt en de cognitieve achteruitgang die het in de loop van de tijd bij de patiënten veroorzaakt. 
Geïnspireerd door de ballroomscènes uit The Shining, was zijn bron oorspronkelijk zwakke ballroommuziek met krakende effecten, griezelig maar toch elegant, altijd getint van verdriet. 
Gedurende de late jaren negentig en daarna heeft hij een overvloed aan singles, albums, verzamelingen en compilaties uitgebracht onder vele aliassen. 
Kirby verhuisde in 2012 naar Krakau, Polen om zich beter te concentreren op zijn muziek, waar hij vandaag de dag nog steeds woont. 
 
Nadat de aanwezigen zich hadden geïnstalleerd, de eerste drankjes werden genuttigd en cd's, cassettes en platen werden geruild, ging ik verder met de muziek, een compilatiealbum van Brian Eno dat vorig jaar werd uitgebracht.
Dit album verzamelt 17 tracks die het werk van Brian Eno voor film en televisie over 5 decennia belichten. 
Eno's muziek is gebruikt in honderden films en hij heeft talloze soundtracks gecomponeerd voor gerenommeerde regisseurs als David Lynch, Danny Boyle, Peter Jackson, Michelangelo Antonioni, Derek Jarman en Michael Mann.
Zijn muziek hoeft geen introductie tenzij je, zoals in deze recensie wordt aangegeven, de laatste 40 jaar onder een subwoofer leefde.
Klik hier om een aantal tracks te beluisteren.
 
Isidore Genois was jarig geweest, 90 geworden!(of het moet zijn dat de 6 omgekeerd stond op de taart), ik trakteerde idd op taart en Isidore zette een paar flessen van de beste Franse bubbels op tafel.
Een ideale gelegenheid om een verjaardagstune van Delia Derbyshire te draaien.
Dit staat op The Synth & Electronic Recording Exchanges, een samenwerking met Martin Hannett, (Britse producer bekend van zijn werk bij het Factory label voor o.a. Joy Division, New Order, OMD, Section 25, The Durutti Colums, Happy Mondays enz.).
We beluisterden toch meer van dit album dan de openingstrack, de 34 tracks van de cd zijn titelloos maar deze track herkende ik toch als het geweldige The Wizard's Laboratory.
Dit album is het gevolg van tracks die Hannet en Derbyshire in de jaren '70 naar elkaar stuurden, WeTransfer en verwanten waren nog een verre toekomst dus werd de muziek via band gecorrespondeerd.
Er ontstond een jarenlange dialoog tussen de muzikanten en het was de bedoeling dat Hannet dit zou uitbrengen begin de jaren '80 maar uiteindelijk bleef het op de plank liggen. 
Beide muzikanten zijn op te jonge leeftijd overleden, Derbyshire (64) in 2001 en Hannet (42) in 1991.
In 2019 werd The Synth & Electronic Recording Exchanges dan toch postuum uitgebracht zoals Hannet het had samengesteld.
 
Er staan intrigerende tracks op, soms te kort en misschien echt alleen interessant voor geharde fans van Hannett en vooral zijn idool. 
Het is niet altijd duidelijk welke track van wie is, ze zouden elkaar afwisselen, ik herken wel het meeste werk van Derbyshire, de strafste tracks zijn zeker van haar hand.
Niet iedereen zal de mix van Hannett's barokke rariteiten en Delia's sci-fi achtige analoge elektronica smaken maar voor de liefhebber van vintage elektronische muziek is het een leuk hebbeding.
De LP-versie is hier te beluisteren:
The Synth & Electronic Recording Exchanges
Uitgebracht bij Dandelion Recordsniet het gelijknamige label van John Peel maar een sublabel van Ozit-Morpheus.
De LP telt 21 tracks, de CD 34. 
Maar...dit is niet het enige verschil, de hoes is een blunder van formaat want daarop prijkt niet de foto van Delia Derbyshire maar van Suzanne Ciani! 😮😀
Voor de fans, een extraatje: Hannet was als tiener (mede door het Doctor Who thema) gefascineerd geraakt door Delia Derbyshire en componeerde een volledig hommage album aan zijn idool: Hannett's Electronic Recordings - Homage To Delia Derbyshire
Delia leverde de klassieker van de vorige luisteravond, wie meer wil lezen over haar kan dit hier.

Isidore Genois
verblijdde ons met zijn jongste mix, Black Spring & New Light.
Naar goede gewoonte een superb eclectisch luisterfestijn.
Een eigenzinnige mix met Delerium, Eroc, Wolf Müller & Niklas Wandt, Caro Emerald, Peter Baumann, The Orb, Cal Tjader, Pieter Vermeyen, Sally Starr, Enoch Light & The Brass Menagerie, Instant Pyrolysis, Ombient, Massive Attack, Buki Yamaz en nog veel meer.
Zoals de mixmaster het zelf aankondigt: A new dark and sinister spring listening trip for your aural pleasure and stereo coctail gatherings.
 
Alex Somers is de Alex van Jónsi & Alex, werkte samen met Sigur Rós en schreef soundtracks voor o.a. Black Mirror.
 
Somers bracht onlangs (na aandringen van vooral zijn levenspartner Jónsi) de twee dubbelalbums Siblings en Siblings II uit.
De muziek werd geschreven tussen 2014 en 2016, voor het eerst brengt de man muziek uit dat niet aan film is gerelateerd, dit neemt niet weg dat het bij momenten heel filmisch klinkt.
Stefaan liet ons kennis maken met het eerste album.
13 angstaanjagend mooie, impressionistische tracks voor liefhebbers van de betere ambient, postrock en hedendaags klassiek.
Uitgebracht door het platenlabel Krúnk, dat eigendom is van Sigur Rós, hier te beluisteren.
Dansende Beren hun oordeel van twee vooruitgeschoven singles:

Ik ging verder met muziek van Vincent Pierins.
De man is docent bas en bandcoaching aan het Gentse KASK en daarnaast een veelgevraagde sessiemuzikant in de Belgische muziekscene.
Hij was destijds één van De Straffe Mannen van Raymond van het Groenewoud, is bassist bij heel wat bekende bands zoals Clouseau, werkte samen met een ontelbaar aantal Belgische muzikanten én ook enkele buitenlandse grote namen zoals Iggy Pop en Françoise Hardy.
Pierins was o.a. co-producer-schrijver met Dirk Blanchart van Iconomix , in 2002 brachten ze het fijne Monobird uit.
Maar wat mijn aandacht trok (Thx Barth Vader!) is zijn album Conundrum.  
Dat bracht hij als Seqoia-M project uit in 2017.
Dit is zijn eigenlijke solo debuut, de mastering gebeurde in de befaamde Abbey Road studio's in Londen.
Hiermee brengt hij hulde aan zijn synth-helden van toen zoals Vangelis, Jean-Michel Jarre, Yellow Magic Orchestra, Tangerine Dream, enz ...
Voor de gear liefhebbers: elk nummer op het album is gemaakt zonder gebruik van midi, alleen analoge drummachines, die meerdere analoge sequencers triggerden.
Zoals hij hier zelf zegt:
 
"Iedere sound is origineel, ik werk o.a. met een modulair systeem en iedere klank is anders. 
Je hebt altijd het gevoel dat je met iets unieks bezig bent. 
Ik werk zonder plug-ins op mijn laptop of computer en gebruik enkel de computer als bandopnemer, de muziek speel ik manueel of via de hardware toestellen. 
Het dwingt je tot andere ideeën, je komt op zaken wat je met een muis in je rechterhand niet kan bedenken. 
Ik vind een computerscherm trouwens de lelijkste en minst spannendste interface die er bestaat, doe mij maar the old fashioned way!’"
 
Een deel van het album werd beluisterd, twee hoogtepunten zijn Intertwine en Cosmic Amnesia:
 
Meer synthesizerwerk van de man verscheen in 2019 onder de noemer Synth Sinners, Pt. 1
Ik was niet zo lang geleden op bezoek bij Vincent Pierins en werd er verrast op een demo in zijn studio, een tot plafondhoogte gevulde kamer vol modulair speeltuig...een indrukwekkende ervaring, hij houdt vooral van Squarepusher en Aphex Twin en dat was eraan te horen.
Live optreden met deze apparatuur zit er echter niet in...
 

Patsker had Tom meegebracht en die had zijn computer bij.
TOM And His Computer bracht vorig jaar Future Ruins uit, zijn debuut full-album dat werd uitgebracht op het In My Room label van Trentemøller die het tevens mee produceerde en zorgde voor de finale mix.
Thomas Bertelsen is de desbetreffende man die achter deze alias zit.
Hij draait al 20 jaar mee in de muziekscene van Kopenhagen.
Als tiener zocht hij reeds de grenzen op van cassetterecorders en verzamelde hij uiteindelijk een klein arsenaal aan klassieke "lawaaimakers".
Brengt sinds 2016 muziek uit onder de naam TOM And His Computer, waarbij hij  nieuwe en oude technologieën combineert en er geluiden aan toevoegt uit nauwelijks functionerende apparatuur.
Hij zoekt, naar eigen zeggen, de grenzen op van de elektronische muziek met knipoogjes naar dark wave, dreamy pop, krautrock en moderne psychrock.
Een interessante plaat, hier te beluisteren:
 
Ik trok luistergewijs naar Canada met een schitterend album gekocht bij Marc van Dune Records (Geldmunt 17, Gent).
Die smeert me af en toe een plaatje aan, zo is die sluwe kerel wel! 
Meestal betreft het pareltjes die onder de radar bleven. 

W ands
is er zo één, een samenwerking tussen de twee Canadezen Phil Western, Jesse Creed en de Engelsman Mark Spybey.
Die laatste doet misschien het meest een belletje rinkelen, met zijn band Dead Voices On Air bracht hij sinds 1994 een 70-tal albums uit, daarvoor zat hij een paar jaar bij Zoviet France en werkte samen met o.a. Jarboe, Can, James Plotkin, Legendary Pink Dots en Mick Harris, met Phil Western vormde hij Beehatch
 
Mark Spybey
Even wat dieper ingaan op een deel van de Canadese industrial-scene. Spybey en Western maken ook deel uit van Download, een project dat ontstond uit jamsessies van Skinny Puppy leden Kevin Crompton aka cEvin Key en Dwayne Goettel
Die laatste verving in 1986 Bill Leeb toen die Skinny Puppy verliet om (samen met Rhys Fulber) Front Line Assembly en Delerium op te richten.
Goettel stierf in 1995 aan een overdosis heroïne.
Vanaf 1997 dook Phil Western op bij Download, heel tragisch dat hij in 2019 ook stierf aan een overdosis drugs...
Terug naar W ands, Jesse Creed is een elektronische muzikant uit Vancouver die werkt onder de naam The Passenger, hij gebruikt allerlei soorten gadgets om een ​​amalgaam van elektronische muziek te creëren.
 
Phil Western
Met Phil Western had hij in 2014
geïmproviseerde muziek gemaakt, ze waren van plan een nieuwe band op te richten genaamd 4 of Wands.

Ze deelden beide een voorliefde voor vintage analoge synthesizers zoals de VCS3, en de muziek voor W ands werd dan ook grotendeels met deze apparatuur gemaakt. 
In de geest van Western en Creed hun bijdrages, voegde Spybey geïmproviseerde passages toe met behulp van zijn verzameling zelfgemaakte en etnische instrumenten om vervolgens alles te assembleren. 
Het resultaat is een geweldig album, zes geniale tracks met als basis drones en analoge elektronica.
Een review op Vital Weekly
 
"Ondanks de grimmigheid van de muziek, heeft W ands een merkwaardig warm gevoel. 
Een deel hiervan is te danken aan de genegenheid waarmee het is gemaakt.  
Jesse Creed en Mark Spybey hebben het album samengesteld na het overlijden van Phil Western
Een andere reden voor dit gastvrije gevoel is dat W ands grotendeels is gemaakt met vintage analoge synths. 
Western en Creed gebruikten deze synths als ruggengraat voor de nummers, terwijl Spybey zijn passages creëerde met zelfgemaakte en etnische instrumenten. 
Deze combinatie geeft het album een ​​tegelijkertijd prettig en grimmig gevoel.
Two of Wands (New Partnership and Relationships is de track op W ands die dit echt samenvat."
 
Hier is nog een review te lezen. 
Uitgebracht bij Cold Spring en hier te beluisteren:

De vorige luistersessie verdeelde ik door het samenscholingsverbod in twee sessies van vijf uur.
Lower Level Bureau en Bohren & der Club of Gore die toen in de avondsessie aan bod kwamen werden dan gespeeld.
Twee geweldige albums die ik nu ook aan de luistervrienden van de namiddagsessie liet horen, vooral LLB heeft een interessante achtergrond.
De tekst die ik toen schreef:
 
Lower Level Bureau
is een Italiaanse band, gericht op filmmuziek en sonorisatie.
Stilistisch toegewijd aan de esthetische jaren vijftig en zestig en muzikaal aan donkere filmische jazz en atmosferische landschappen. 
Ook wel beschreven als "De begeleidingsband van een nachtclub uit de hel."
Ik leerde dit project kennen door iets te lang door de klikken op David Lynch gerelateerde internetfora.
 
Een band die ons via hun Facebook pagina op nieuwjaar 2016 een Happy 1964 wenst trekt mijn aandacht.
Ik bestelde hun enige fysieke album Innerworld, de eerste release van de band. Acht tracks die proberen een mysterie te verhullen dat verborgen zit in de allerlaatste details van het leven van gewone mensen.
 
Na enkele dagen viel een DVD-doosje in de bus waarop te lezen stond: 
Property of Lower Level Bureau. CN, Texas - Est. 1963 -- EVIDENCE 001/015 Crime Lab. Comf. 201/CLASSIFIED -- LLB/C.L.Ev.
Zo werd ik betrokken bij het moordonderzoek naar JFK!
Innerworld zou namelijk de soundtrack kunnen zijn voor een film over het leven van de actrice Beverly Oliver.
In 1970 gaf ze aan de getuige te zijn die tot dan toe bekend stond als "Babushka Lady", die vrouw verscheen op de foto's van Orville Nix en Mary Muchmore en was twee keer zichtbaar op de film van Mark Bell.
Oliver had zelf de aanslag gefilmd met haar camera, na de aanslag werd ze benaderd door agenten die ofwel van de FBI waren, ofwel van de "geheime dienst". 
 
De mannen namen haar film mee (ze protesteerde niet omdat ze bang was gearresteerd te worden wegens bezit van marihuana) met de belofte die binnen tien dagen bij haar terug te bezorgen – een belofte die nimmer nagekomen is.

Wie achter dit project schuil gaat is onbekend maar na lang opzoekwerk kon ik achter de namen van twee bandleden komen, met name de Italianen Al.......o M....nes en Ro....o Re...ra.
 
De volledige namen onthul ik liever niet, ik wil me nog op straat kunnen begeven zonder achterom te kijken en wil al zeker geen paardenhoofd in mijn bed aantreffen, ze hebben immers mijn adres!
Met één van de niets onthullende namen op de achterflap communiceerde ik voor de levering van deze bizarre CD.
 
Fragmenten uit twee Italiaanse recensies:
Donkere, sombere sferen, afgewisseld met diepe en verre melodieën die rechtstreeks uit de schappen te komen van, wie weet welke afgedankte platenmaatschappij.
De saxofoon melodieën lijken gekweld door bluesinvloeden, de gitaar met een postmodern westers geluid doet denken aan Marc Ribot.
 
Het regent buiten en een vrouwenstem spreekt, waarschijnlijk een ongemakkelijke waarheid vernemend., zo opent dit project van
Lower Level Bureau.
We krijgen niet veel te weten wie er achter deze muziek zit, maar het resultaat is echt intrigerend. 
Neem de meest klassieke jazzmuziek en meng het met een rokerige filmische omgeving (Angelo Badalamenti wordt als een echte referentie voor het project beschouwd). 
Een combinatie die weet te fascineren door de saxofoonsolo's en langzame ritmes. 
The Bureau zou gemakkelijk het leidmotief kunnen zijn van een mogelijk vervolg op Twin Peaks
Baslijnen omlijnen donkere soundscapes, gecombineerd met stemmen die uit de volgende kamer lijken te komen. 
In Hotel Room identificeren we ons met onbewuste luisteraars die ondanks zichzelf op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zijn.
 
Een deel van het album werd beluisterd, uitgebracht bij Vollmer Industries, bij een label waar voornamelijk hardcore, noise en black metal wordt uitgebracht kunnen ze zich goed schuil houden.
Bij een volgende luistersessie komt dit album terug op tafel voor de afwezigen deze avond.

Via onderstaande link kan Innerworld worden beluisterd of aangeschaft.
Track negen is een bonustrack.
Op hun Soundcloud pagina staat er remix van de aan Twin Peaks gerelateerde bonustrack, enjoy it!
In 2018 brachten ze hun opvolger Awe uit:
 
Nu we toch in dat donkere trage jazzy sfeertje zaten kon er maar meteen die laatste van Bohren & der Club of Gore bij.
Patchouli Blue is hun tiende albums sinds ze de donkere slome jazz toer opgingen.
Ik laat de beschrijving over aan twee reviewers. 

Jens Wijnants zijn beschrijving op Indiestyle

Black Sabbath in een jazz-outfit is de slagzin die wij het best vonden passen bij Patchouli Blue, de bands eerste plaat in zes jaar. 
In feite past die benaming bij elke uitgave van de Duitsers, want al meer dan twintig jaar kent Bohren & Der Club of Gore de weg naar de ‘doom’ en ‘gloom’ van de duisternis. 
Van de synthdrones op Sunset Mission uit 2000, tot en met de pianofundamenten van Piano Nights uit 2014 staan ze behoorlijk los van de rest van de muziekwereld. 
De rode draad doorheen het oeuvre van Bohren is de, soms tot op het randje van kitsch afstevenende, saxofoon die in combinatie met vibrafoon de term sensueel soms ontpopt.
Het openingsnummer zou niet misstaan op de score van Twin Peaks. Aanzwellende orgeltonen zorgen voor de perfecte overgang naar een gevoel van extase wanneer de tergend trage, haast strompelende brushes over de snaredrum schuifelen. 
Ook het ruim negen minuten durende titelnummer Patchouli Blue brengt typische Twin Peaks vibes met zich mee.

Een Twin Peaks-soundtrack op valium, mistige, trage en onheilspellende nachtmuziek, aldus Koerian Verbesselt op Da Music:
 
Bohren is op het best, wanneer het de loungy, bijna kitscherige basissound kan omtoveren tot een gestage dreiging. 
VergessenVorbei en Tief Gesunken construeren die dreiging met sci-fi synthloops en lage drones alvorens veld te ruimen voor mistroostige saxmelodieën. 
Vooral wanneer drones oplossen en vibrafoon/piano/contrabas vrij spel krijgen, wanneer de cocktailjazz zich dus ongefilterd presenteert, wordt Patchouli Blue iets te gezellig, zie Verwirrung am Strand en Solle es doch Alle Wissen
Wie zich bewust aan een plaat van het trio waagt, heeft geen adempauze nodig. 
Te veel mistlicht verpest een nevelige dag.
 
Patsker zijn donkerrode wijn Szekszárdi Bikavér was de perfecte match.
 
Tot de klassieker eraan kwam nam Peter het over, hij begon met Les Versants D'un Coteau, de openingstrack uit Le Parfum De Raki van Benjamin Lew.  
In 1993 uitgebracht door Crammed Discs als nr. 35 voor de Made To Measure reeks.
MTM richt zich op muziek voor performance, multimedia en soundtracks; vaak experimenteel, elektronisch cross-cultureel of ambient.
Aan Le Parfum De Raki werkte heel wat schoon volk mee zoals Tuxedomoon-leden Luc van Lieshout en Peter Principle, Malka Spigel van Minimal Compact, en Michel Berckmans, Renaud Pion en Denis Moulin.
Ongrijpbaar en elegant zoals beschreven in deze Italiaanse review, vertaald door Google Translate en door mezelf aangepast om het leesbaar te maken:

"Duizend tonale en etnische muziekbronnen worden door Benjamin Lew gemixt in een continue stroom van ondefinieerbare klankkleuren.
Lew heeft een techniek bedacht om een ​​geluid te vormen waarvan de componenten niet te onderscheiden zijn, een geluid dat niet langer rationeel te ontcijferen is en rechtstreeks tot het onderbewuste spreekt. 
Dat geluid vormt het equivalent van de kosmische achtergrondstraling voor de sferen in zijn composities: op dat onduidelijke gezoem bouwt Les Versants D'Un Coteau ook een laag wervelend elektronisch minimalisme en daarop verspreidt zich eindelijk het gepijnigde gezang van de trompet.
Et Tout Est Parti De Là verspreidt intermitterende drones van hobo, minimalistische blazers en een getik van exotische harpen.
Elektronica en percussie in Ce Qùelle Voulait Que J'Entende dat wordt doorbroken door een langzame adem uit de mondharmonica.
Ces Personages brengt een spookachtige atmosfeer, een wirwar van druppels en briesjes en een onvoltooide melodie van fagotten.
Le Sol Noir baadt in moerasgeluiden en de schijnbaar banale wereldmuziek van Que De Moments D'Alerte en Sebkha verbergen een verontrustende complexiteit in hun percussieve ondergroei. Le Personage Principal doen denken aan de technieken van Jon Hassell
Dissonante piano is te horen in Le Magnifique Alcooloque en in het titelnummer Le Parfum De Raki is de hoofdrol weggelegd voor een zingende hobo, in Regardez Encore horen we een fluisterende trompet. 
Hoe zacht en licht het mengsel is, hoe complex is de structuur ervan."
 
Het intrigrerende album is nog steeds te koop en hier te beluisteren.

Peter hield dezelfde sfeer aan met Teho Teardo ‎hun Le Retour À La Raison.
Teho is een Italiaanse componist met op zijn conto een twintigtal albums, soundtracks en samenwerkingen met o.a. het Balanescu Quartet, Blixa Bargeld, en Erik Friedlander.
 
Dit album ontstond als opdracht gegeven door
Villa Manin, een expositiecentrum in het Italiaanse Friuli.
De opdracht was muziek componeren voor drie stille films van de avant-garde fotograaf en regisseur Man Ray (Emmanuel Radnitzky).
La Retour à la Raison (1923), Emak Bakia (1926) ) en L'etoile de Mer (1928).
Deze muziek mocht geen soundtrack worden, Man Ray had zo een hekel aan soundtracks dat hij je gemakkelijk zou kunnen vermoorden met zijn beroemde genagelde strijkijzer.
Er werd een andere benadering gezocht en er kwam een ​​echte dialoog tot stand tussen beeld en geluid.
Een obscure ontmoeting met de personages uit de anonieme samenleving van de Man Ray-films; geesten, overleden vrouwen, totemfiguren, zijn vriend in drag Rrose Sélavy (Marcel Duchamp’s vrouwelijke pseudoniem)... 
Allemaal waren ze inspirerend om een ​​geluid te vinden dat een verbinding kon maken met een wereld die er niet meer is, een wereld die waarschijnlijk nooit echt heeft bestaan, ook toen die films zijn opgenomen.
Joachim Arbeit (Einstürzende Neubauten), Joe Lally (Fugazi), David Coulter waren betrokken bij de opnames van dit album.
Een prachtig album, luisterlinks zijn hier te vinden:
 
Ook het derde album dat Peter ons voorstelde is ontstaan uit een opdracht.
Choreograaf Li Chiao-Ping vroeg de Amerikaanse professor en componist Matan Rubinstein om muziek te componeren voor een avondopvoering.
Het resultaat is het opmerkelijke Music for Chiao-Ping, een prachtig album voor fans van neo klassieke muziek die ook wel wat elektronica lusten.
Hier te beluisteren:
Veel informatie is er niet te vinden over de componist, dan maar de muziek voor zich laten spreken:
 
Voor de klassieker van de avond koos ik voor het vierde album van Faust.
 
 
 
Deze Duitse band werd opgericht in 1971 door producer Uwe Nettelbeck samen met Hans Joachim Irmler, Jean Hervé Peron, Werner "Zappi" Diermaier, Rudolf Sosna, Gunther Wusthoff en Armulf Meifert
Hoewel hun platen weinig verkochten kregen ze toch een trouwe aanhang.
Ze waren één van de eerste bands die de opnamestudio als instrument gebruikten.
Met hun albums in de vroege jaren '70 werd Faust een van de belangrijkste bands in het genre dat uiteindelijk als krautrock bekend zou worden.

IV
was Faust's tweede release voor Richard Branson's prille Virgin Records
en de meest toegankelijke plaat van de band. 
Een uitstekend album van een baanbrekende band, Faust IV is een meesterwerk!
Alleen al voor de psychedelische ballad Jennifer verdient het een plaats in de kast van iedere muziekliefhebber!
Toen een paar jonge plattelandsmeisjes het terrein van het landhuis waar de opnames plaats hadden (Manor Studio (Oxfordshire, GB), in en uit slopen raakte Rudolf Sosna aan de praat met een roodharig meisje, ze had een fantastische uitstraling: ze gloeide helemaal! 
 
Die ontmoeting inspireerde hem tot de volgende tekst: Jennifer, your red hair's burning Yellow jokes come out of your mind.
Jean-Hervé Péron, die deze twee zinnen inzong gaf in 2019 een iets minder lyrische uitleg, zijn antwoord op de vraag waarover de song gaat: Nothing, just a girl i wanted to fuck.😃
Naast deze twee zinnen bevat de song niet meer tekst, uitgezonder wat gewauwel door Jean-Hervé Péron over een zakje chips rond minuut drie.
Ik trok een fles Pablo Claro Cabernet Sauvignon Graciano Special Selection open, uitstekende muziek met een uitstekende wijn, het leven kan mooi zijn.
Het album begint met het bijna 12 minuten durende Krautrock, genaamd naar de geuzennaam die de Engelsen gaven aan dit soort Duitse rockmuziek, alhoewel dit een ironische tongue in cheek verwijzing door de mannen van Faust was definieert de track toch wel het genre.
 
The Sad Skinhead
is een krankzinnig ska-nummer over een neonazi dat in eerste instantie wat bizar staat op de plaat, maar naarmate het album vordert, ziet men het als een logisch onderdeel van de Faust-puzzel, radicaal maar precies op de goede plek.
Een uitgebreide recensie van de plaat is hier te lezen:
Faust hield er in 1975 mee op om na bijna twintig jaar de draad weer op te pikken met enkele nieuwe albums als gevolg.
Sinds 2004 zijn er twee verschillende bands actief onder de naam Faust, beide met originele leden, de ene band met Irmler als spilfiguur en de andere band met Peron en Diermaier.
Tot slot dit fragment uit Krautrock The Rebirth of Germany (2009), sindsdien kijk ik toch helemaal anders naar een betonmixer. 😀
Hier is de volledige documentaire te zien, fantastisch kijkvoer voor iedere fan van deze muziekstroming.

Antelias Musical Terveisiä

Bakerman